Sluit

Overheidstaal: een struikelblok tussen beleid en burger

'Overheidscommunicatie staat al lange tijd ter discussie vanwege de moeilijkheid die burgers ervaren bij het begrijpen van de brieven die door de overheid worden verstuurd.' - Michiel Overgaag

Adobe Stock 46080357

Liever een traplift
Een burger die een brief op de mat krijgt met als onderwerp: “U krijgt een woonvoorziening” zal deze veelal ongelezen weggooien. Maar als er had gestaan wat dit betekent, namelijk “u krijgt een traplift”, dan zou dat reden zijn tot blijdschap: de gemeente helpt om zelfstandig te kunnen blijven wonen.

Overheidscommunicatie staat al lange tijd ter discussie vanwege de moeilijkheid die burgers ervaren bij het begrijpen van de brieven die door de overheid worden verstuurd. In de communicatie tussen de overheid en de burger speelt taal een cruciale rol. Het vermogen om informatie duidelijk over te brengen is essentieel voor een goed begrip van beleid, rechten en plichten. Helaas wordt er vaak gebruikgemaakt van ambtelijke taal, waardoor de boodschap verloren gaat en de kloof tussen Politiek Den Haag en de burger alleen maar groter wordt.

De brieven van de Belastingdienst moeten 6,8 miljoen particulieren en 1,5 miljoen ondernemers aanspreken. Dat is uiteraard een ingewikkelde opgave. Maar als je ziet dat in 2021 de Belastingtelefoon ruim 10 miljoen keer is gebeld omdat het één en ander niet helemaal duidelijk was, dan kun je concluderen dat ook bij de Belastingdienst de communicatie beter kan. Waarom lukt het overheidsinstanties niet om in begrijpelijke taal te communiceren?

Voorkomen van verdere ergernis
Een van de belangrijkste oorzaken van het gebruik van ambtelijke taal is gemakzucht. Ambtenaren nemen vaak genoegen met het overnemen van juridische teksten zonder ze te vertalen naar begrijpelijke taal voor de burger. Het resultaat is een wollige en onbegrijpelijke tekst die de burger niet kan ontcijferen. Daarnaast speelt het vasthouden aan een stramien een rol. Veel ambtenaren zijn gewend om op dezelfde manier te communiceren en zijn terughoudend om alternatieven te verkennen. Dit gebrek aan verandering draagt bij aan het in stand houden van complex taalgebruik en maakt het alleen maar moeilijker om informatie over te brengen aan de burger.

Bij ambtenaren ligt de focus vaak op het juridisch correct formuleren van teksten in plaats van op begrijpelijkheid. Daarnaast hebben ambtenaren mogelijk niet de juiste expertise om de doelgroep op straatniveau aan te spreken. Overheidsinstanties moeten vaker communiceren op B1-niveau, dat begrijpelijk is voor de gemiddelde burger. Een speciale taalcoördinator of externe deskundige zou kunnen helpen bij het filteren en verbeteren van elke brief die vanuit een ambtelijke organisatie naar de burger wordt gestuurd. Er moet in ieder geval met spoed aandacht komen voor betere overheidscommunicatie om verdere ergernis en geldverspilling te voorkomen.