Jeroen van Roon: "De zorg is klemgezet"

Het zal weinigen zijn ontgaan. In de gezondheidszorg is onder leiding van minister Ernst Kuijpers een ‘Integraal Zorgakkoord’ afgesproken, met als doel de toegang tot de zorg te redden. Breed wordt herkend dat de huidige wijze waarop de zorg georganiseerd is ontoereikend is voor de snel stijgende zorgvraag. Toch zijn de huidige verhoudingen buitengewoon star.
Mij valt op dat velen dit beschouwen als een natuurverschijnsel. “De zorg veranderen is moeilijk, altijd al geweest.” De gezondheidszorg is inderdaad institutioneel rigide. Maar zo inert als het nu is, hoeft het niet te zijn. Ik heb in de afgelopen tien jaar dat ik ziekenhuisbestuurder was de gezondheidszorg klemgezet zien worden, na een slagvaardiger periode ervoor. Een deel van dat momentum kan terugkomen.
'selectieve zorginkopers'
In de periode 2005 – 2015 was de stemming anders. De Zorgverzekeringswet werd ingevoerd. Zorgverzekeraars werden ‘selectieve zorginkopers’. Het zogenaamde ‘bouwregime’ werd afgeschaft. Zorginstellingen werden zelf verantwoordelijk voor hun investeringsbeslissingen. Er werd toegewerkt naar een ‘landelijk schakelpunt’, met als doel een landelijk IT platform te creëren voor data-overdracht. Met een ‘wet Winstuitkering’ wilde men risicodragend privaat kapitaal aantrekken, die de zorg in staat zou stellen te innoveren en zich aan te passen.
De redenen om dit te doen waren niet veel anders dan nu met het Integraal Zorgakkoord. Reeds toen al wisten we dat bij het versnellen van de vergrijzing (nu) de arbeidsmarkt schromelijk tekort zou schieten.
Al die stappen leidden tot een golf van nieuwe toetreders zoals Zelfstandig Behandelcentra, hoogwaardiger infrastructuur met meer ICT en tot een volgende golf van fusies tussen ziekenhuizen. ‘Achter de voordeur’ van die fusies werden onrendabele afdelingen en locaties gesaneerd en konden medische professionals effectiever teams organiseren.
Oorzaken van de klemgezette zorg
Al deze majeure bewegingen werden in de afgelopen jaren in de kiem gesmoord. De kredietcrisis maakte banken selectiever. Daarnaast stopte de Eerste Kamer zowel de wet Winstuitkering als het Landelijk Schakelpunt. De ACM legde de fusiegolf tussen ziekenhuizen aan banden. En als klap op de vuurpijl namen de ziekenhuisfaillissementen toe. Heel Nederland besloot: dat willen we niet en alle risico’s daarop moeten we uitsluiten.
Die trend valt goed te begrijpen. Maar alles bijeen is daarmee veroorzaakt dat de gezondheidszorg is klemgezet. Individueel initiatief is nauwelijks nog mogelijk. Risico nemen, ‘not done’. Zorgondernemerschap is verdacht. Een zorginstelling met een innovatief concept dat wellicht zou kunnen leiden tot verschuiving van patiëntenstromen krijgt al snel de verontwaardiging van andere zorginstellingen over zich heen. Het huidige wettelijk kader maakt samenwerking tussen verschillende typen zorginstelling erg lastig. Actoren in deze patstelling durven niet buiten de strikte interpretatie van hun rol te stappen, wetende dat ‘een grote broek aantrekken’ gedoe geeft.
Zorgplannen per regio
Tegen deze achtergrond gaat de zorg nu over tot het maken van ‘zorgplannen per regio’, één der belangrijkste voornemens van het IZA. Nu niemand de huidige setting kan of mag doorbreken, kan het alleen nog ‘met zijn allen’. Onder de huidige omstandigheden moeten we er vol voor gaan daar een succes van te maken. Het water staat ons inmiddels voldoende aan de lippen. Het IZA biedt ook aanknopingspunten voor echte verandering.
Laten we echter ook kijken of we iets van de dynamiek zoals we die aan het begin van de jaren tien hadden kunnen herstellen. Ja, het ging destijds op onderdelen waarschijnlijk te hard. Maar het totaal van alle remmende reacties daarop was een overreactie. Fusies leiden niet alleen maar tot meer bureaucratie. Ondernemerschap brengt ook innovatie. Individueel zorgverbeterend initiatief moet een structurele beloning kennen, niet slechts een tijdelijke subsidie. We hebben inmiddels cruciale jaren verspeeld waarin we ons hadden moeten klaarmaken voor de zorgvraagtsunami die nu tot ons komt.
Burger en zorgmedewerker betalen de rekening
De burger en de zorgmedewerker betalen daarvoor nu al de rekening. De zorgmedewerker omdat in zijn beleving het steeds moeilijker wordt goede zorg te leveren, met alle frustratie van dien. De burger omdat die per saldo zorg ontvangt die minder is dan het had kunnen zijn. Of nog erger, die er op het moment dat de burger erop rekent, er gewoon niet is.